Briefwisseling Mike Doolan

27 juni 2012

Mike Doolan chief social worker in Nieuw-Zeeland in de jaren 80, was betrokken bij de ontwikkeling van de Family Group Conference (FGC) en herstelconferenties in het jeugdstrafrecht.

Geachte meneer Doolan,

Als lid van het Verve-project was ik aanwezig bij de inspirerende presentatie die u in november 2011 voor ons gehouden hebt. In het Verve-project proberen we voor zoveel mogelijk gezinnen een Eigen Kracht-conferentie (EK-c) te organiseren. Soms vraagt een kind (of de ouders) of een professional waar ze vertrouwen in hebben bij de conferentie aanwezig mag zijn. Dat is bij een EK-c niet mogelijk. Het is meer dan eens voorgekomen dat gezinnen daarom een EK-c niet zagen zitten.

Een voorbeeld: Julie is een 17-jarig meisje met een leerstoornis. Haar moeder heeft een zwaar leven gehad en lijdt aan borderline. Haar vader heeft het ook niet makkelijk gehad en is verbitterd. Julies ouders zijn jaren geleden gescheiden en ze werd gedwongen tussen hen te kiezen. Vier jaar geleden is ze in een gespecialiseerde groep geplaatst vanwege alle problemen. Julie bloeide op in haar nieuwe omgeving en heeft een heel goede verhouding met haar mentor in deze groep. Ze vertrouwt haar. Julie wordt dit jaar 18 en het kinderbeschermingsprogramma stopt dan. Haar mentor stelde een EK-c voor. Het doel is om Julies familienetwerk groter te maken (liefst met toestemming van haar ouders) en haar een netwerk van familie en vrienden te geven waar ze op kan vertrouwen. Julie en haar ouders besloten mee te werken en een EK-c aan te vragen. Julie wilde alleen een EK-c als haar mentor bij de conferentie aanwezig mocht zijn. Door eerdere ervaringen voelt ze zich onzeker zonder haar.

Iedereen begreep haar wens, maar een EK-c was om die reden niet mogelijk. Het besloten deel van de EK-c is alleen voor familie en vrienden. De EK-c ging niet door. Dit is het duidelijkste voorbeeld, er zijn er meer. Voor ons, het Verve-projectteam van de William Schrikker Groep, voelt dit als een gemiste kans. We begrijpen dat de focus van een EK-c op het besluit van de familie moet liggen. In het geval van Julie is de rol van de familie gedeeltelijk overgenomen door de gespecialiseerde groep waarin ze woont. Haar mentor is de persoon in wie ze het meeste vertrouwen heeft. Om een begin van vertrouwen in haar eigen familie te krijgen, had ze tijdens de EK-c de aanwezigheid van haar mentor nodig. We begrijpen dat een professional niet op eigen verzoek bij een EK-c aanwezig kan zijn.

Is het werkelijk nodig om in een geval als dit een professional waar vertrouwen in gesteld wordt, buiten te sluiten? Hoe gaat u in een vergelijkbaar geval in Nieuw-Zeeland te werk?

Namens het Verve-project, Marjoke Haak

 

Beste Marjoke,

Wat jammer dat er voor Julie geen EK-c gehouden is. Ik zou er heel hard aan getrokken hebben om die conferentie alsnog door te laten gaan. Julies mentor kan aan de conferentie deelnemen, maar als professional kan ze niet bij het besloten deel aanwezig zijn. In het eerste deel van de conferentie kan ze Julie steunen door een bijdrage te leveren (het delen van informatie) en ze kan bij het derde deel van de conferentie aanwezig zijn (wanneer het plan van de familie beoordeeld en geaccepteerd wordt). Voor Julie is het een geruststellende gedachte dat haar mentor de hele tijd in de buurt is, ook al is ze er niet bij het besloten deel. De reden hiervoor is dat, hoewel Julie zich gesteund zal voelen door de aanwezigheid van haar mentor, diezelfde aanwezigheid invloed heeft op de manier waarop de rest van de familie en het vrienden/netwerk zich gedraagt.

Een EK-c is erop gericht families aan te moedigen om de situatie in eigen hand te nemen en zelf een plan te maken dat veilig is voor een kind. De aanwezigheid van een professional (hoe goed ze het ook bedoelt en hoeveel ze ook voor de cliënt betekent) heeft invloed op de dynamiek van de bijeenkomst. Dat kan de kwaliteit van de gesprekken en de discussies die noodzakelijk zijn om een veilig plan te formuleren, beïnvloeden. In Nieuw-Zeeland zouden we de professionele mentor voor de EK-c uitnodigen, maar uitleggen welke rol ze bij de conferentie vervult en hoe ze als professional Julie kan steunen. Julie en haar familieleden krijgen uitleg dat, als Julie het tijdens de besloten tijd nodig vindt iets met haar mentor te bespreken, de besloten tijd daarvoor opgeschort kan worden.

Het doel van de besloten tijd is niet om Julies mentor buiten te sluiten, maar om te voorkomen dat door de aanwezigheid van een professional noodzakelijke discussies niet plaatsvinden, waardoor de familie geen eigenaar van de besluiten wordt en er daardoor geen verantwoordelijkheid voor voelt. Ik hoop dat ik hier duidelijk over ben. Als we willen dat families het contact met hun kinderen herstellen en zelf de leiding nemen, moeten we naar hun ervaringen luisteren: ze voelen zich niet op hun gemak als er professionals bij zijn. Daarom houden we hier zo strak de hand aan.

Samenvattend had de Eigen Kracht-coördinator dus gelijk, maar het zou beter geweest zijn als hij of zij zich meer had ingespannen om de EK-c door te laten gaan met de mentor erbij. Tijdens het besloten gedeelte kan de mentor in een andere ruimte voor Julie beschikbaar zijn, de besloten tijd kan opgeschort worden zodat Julie met haar mentor kan overleggen.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt.

Met vriendelijke groet, Mike Doolan FGC educator NZ