De cliënt aan zet… echt…?

Het startschot van Van Rijn

De transitie (jeugd)zorg zou hand in hand gaan met transformatie, met als doel een fundamentele en onomkeerbare verandering (want dat is wat transformatie betekent) tot stand te brengen. Dat was aanvankelijk tenminste wel de bedoeling. Toen in de loop van 2014 de paniek begon toe te slaan omdat het allemaal wel heel veel was en heel snel moest, werd het: ‘eerst maar ’s die transitie, dan doen we daarna de transformatie wel.’ Ik ben benieuwd wanneer de transformatie begint. Krijgen we een seintje als ’t zover is? En van wie dan, geeft Van Rijn wellicht het startschot?

Uhh… cliëntenparticipatie?

Een belangrijk, zo niet het belangrijkste kenmerk van de transformatie gaat over de positie van de cliënt. Die moet vooral vanuit ‘eigen kracht’ de ‘regie’ over zijn/haar eigen leven (terug)pakken. Daar ben ik een enorme voorstander van hoor, en velen met mij. Ik ben nog niemand tegengekomen die daar op tegen was. Maar ik vraag me af: willen we dat nu wel echt? Of alleen op ‘onze’ voorwaarden? Taalgebruik laat zien dat je hier op z’n minst een groot vraagteken bij mag plaatsen. Daar ben ik onlangs in een blog (De kracht van taal) al op ingegaan. Ook als het gaat over rol en positie van cliënten kunnen we er wat van. Neem de veelvuldig gebezigde term cliëntenparticipatie. Mooi, cliënten ‘mogen’ meedoen (aan wat eigenlijk? En wie bepaalt dat?). Vanuit het gezichtspunt van de cliënt bekeken, is het logischer om te spreken van ‘hulpverlenersparticipatie’. De hulpverlener participeert immers in het leven van de cliënt als die de regie heeft!

Ervaringsdeskundigheid

Als we cliënten echt serieus gaan nemen, dan zou het inzetten van ervaringsdeskundigheid omarmd moeten worden. Dat lijkt logisch, maar niets is minder waar. Ik sprak onlangs enkele ervaringswerkers. Zij waren niet heel optimistisch over de ‘transformationele’ ontwikkelingen. De (professionaliteit van de) hulpverlener staat nog steeds bovenaan. Ervaringswerkers staan duidelijk lager op de ladder. De meerwaarde van ervaringswerkers staat niet ter discussie lijkt me. In mijn gesprek met hen werd het ene na het andere voorbeeld opgelepeld over de enorme effectiviteit van hun interventies! Helaas wel bij de gratie van de gevestigde orde. Die bepaalt of ze mogen meedoen en op welke manier. En dat terwijl ervaringswerkers feilloos de juiste toon weten aan te slaan in hun contact met cliënten. Geen lotgenoten (klinkt nogal slachtofferig), maar bondgenoten! Dat is iets heel anders dan professionaliteit van hulpverleners (waar ik niets aan af wil doen!). Beide vormen van hulp en ondersteuning zijn waardevol voor cliënten. Niet gelijk, wel gelijkwaardig.

Moniek Streng is directeur van de Federatie Opvang en interimmanager (Strength-interimsolutions.nl) in zorg en welzijn. Zij schreef dit blog op persoonlijke titel.