"Toen ik haar vroeg wie het belangrijk vonden dat het goed met haar en de baby zou gaan, noemde ze niet haar familie. Ook niet haar vriend."

Goede moeders

Begin juli ’21 was de indrukwekkende documentaire ‘Goede moeders’ op tv. Daarin wordt verloskundige Sylvia von Kospoth gevolgd die veel vrouwen begeleidt van wie oudere kinderen uithuisgeplaatst zijn. Volgens het beroepsprotocol moet zij de zwangerschap dan melden bij Veilig Thuis, zodat een risico-inschatting kan worden gemaakt. De vraag is wat de gevolgen daarvan zijn en hoe je het belang van moeder en kind voorop stelt. De documentaire deed veel stof opwaaien. Wat ons in deze verhalen opvalt, is dat vaak voorbij wordt gegaan aan de kring van mensen rondom de moeder, de vader en het kind. Terwijl die kring het verschil kan maken.

Kans geven
Ik moest denken aan de situatie waarin een jeugdbeschermer ons belde. Zij was ingeschakeld nadat een verloskundige zorgen had geuit over een zwangere moeder. De jeugdbeschermer vertelde dat de zorgen zo groot waren dat het kind meteen onder toezicht werd gesteld en waarschijnlijk direct na de geboorte in een pleeggezin zou worden geplaatst. Zij wilde de moeder een kans geven om een familiegroepsplan te maken. De aanstaande moeder had geen woning, logeerde bij een oudere vriend (niet de vader van de baby) die verslaafd was en bekend bij de politie. Dat gold ook voor hun vriendengroep. De Eigen Kracht-coördinator: “Haar familie wilde haar niet meer zien, door alles wat er gebeurd was. Toen ik haar vroeg wie het belangrijk vonden dat het goed met haar en de baby zou gaan, noemde ze niet haar familie. Ook niet haar vriend. Ze noemde haar beste vriendin en de ouders van deze vriendin.”

Als een zusje
“Toen ik deze mensen belde, vertelden ze dat moeder en baby tijdelijk bij hen mochten wonen, maar wel onder voorwaarden. Over die voorwaarden wilden ze graag met haar en anderen praten. Dat gebeurde tijdens de planbijeenkomst, met de aanstaande moeder, haar vriendin, de ouders van de vriendin en de drie broers van haar vriendin met hun partners. Die hadden allemaal aangegeven mee te willen denken, omdat zij ‘als een zusje’ was. In het plan stond dat moeder en kind bij de ouders van haar vriendin mochten wonen, als ze zich zou inschrijven voor een woning, een opleiding zou gaan doen en zou breken met haar vriend en vriendengroep. De jeugdbeschermer had voorwaarden gesteld aan het plan, daaraan was voldaan. De baby mocht daarom na de geboorte bij de moeder blijven. Een half jaar later hadden we contact: moeder en zoon woonden nog bij deze familie, maar stonden op de wachtlijst voor een huis. De vrouw deed een opleiding hotelmanagement en de ondertoezichtstelling was eraf.”

 

tekst: Hedda van Lieshout

Wekelijks een inspirerend voorbeeld van Eigen Kracht in uw mailbox? Lees dan onze nieuwsbrief, hieronder kunt u zich aanmelden.