Het is het tegenovergestelde van een hulpverlener die de heldenrol zoekt en zichzelf ziet als het draaipunt naar verandering.

Egoloos hulpverlenen is lesje in bescheidenheid

Egoloos hulpverlenen in Jeugdgezondheidzorg nader onderzocht

Begin deze zomer verscheen in The Journal of Social Intervention het wetenschappelijke artikel ‘Egoloos hulpverlenen de jeugdzorg. Een verkenning van mogelijkheden’ van onderzoeker Dr. Gert Schout (VUmc). Het artikel is een weerslag van een onderzoek naar het begrip ‘egoloos hulpverlenen’ van Erik Gerritsen (thans secretaris-generaal ministerie van VWS, voorheen bestuursvoorzitter Jeugdbescherming Regio Amsterdam) dat in opdracht van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid is uitgevoerd.

Wat is egoloos hulpverlenen?
‘Egoloos hulpverlenen’ verwijst naar indirecte maakbaarheid; een groep betrokkenen bij een persoon of situatie wordt gemobiliseerd om samen een plan te maken en de professional stimuleert en sluit aan op dit proces. Volgens Schout is een oriëntatie op egoloos hulpverlenen een lesje in bescheidenheid; het vereist kritisch doordenken van alle vormen van standaardisering en controle die de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van staatswege op zich neemt. Gerritsen – bedenker van het begrip egoloos hulpverlenen – typeert in een eerder artikel over eigen kracht een hulpverlener met deze houding als iemand die bevestigt, stimuleert, activeert, aanmoedigt en geniet van de resultaten die de familie boekt. De egoloze hulpverlener mobiliseert, neemt zo weinig mogelijk over, kan bovengemiddeld goed op zijn handen zitten en heeft vertrouwen in het vermogen van de groep om orde op zaken te stellen. Het is niet meer ‘werken met familie’, maar ‘resultaten behalen door de familie’.

De praktijk
Egoloos hulpverlenen blijkt een relatief onbekend begrip binnen de JGZ. Twee spraakmakende en ambitieuze jeugdartsen die Schout voor zijn artikel interviewde, stellen dat er nog een wereld te winnen is voordat de JGZ er uitvoering aan kan geven. Onder meer doordat JGZ-professionals veel medicaliseren en nog weinig mobiliseren. Zij erkennen het belang en zien kansen voor egoloos hulpverlenen, maar stellen tegelijkertijd dat het ontbeert aan handelingsvrijheid en horizontale werkverhoudingen om betrokkenen rondom een cliënt te kunnen mobiliseren.

Conclusie
Schout concludeert dat egoloos hulpverlenen nog teveel refereert aan de klassieke hulpverleningspraktijk, terwijl het ook vertaald moet worden naar de jeugdpreventie. Het past in een context waar naast directe vormen van maakbaarheid (screening en vaccinaties), ruimte is voor indirecte vormen van maakbaarheid (groepen mobiliseren en hen met kennis terzijde staan zodat zij beslissingen kunnen nemen). Egoloos hulpverlenen is het tegenovergestelde van een hulpverlener die de heldenrol zoekt en zichzelf ziet als het draaipunt naar verandering. Professionals die de valkuil van heldenrol kennen, zijn zich bewust van de totalitaire kanten die screening en het kijken achter de voordeur met zich mee kunnen brengen.

Heeft egoloos hulpverlenen ook een directe impact op het toeleiden? Volgens Schout is het goed denkbaar dat de arena verschuift van het kantoor van de expert naar de aula van de school, of de huiskamer van een gezin. Bovendien is denkbaar dat er minder toegeleid wordt.

Lees het complete artikel